Bussums Historisch Tijdschrift 24/2 (augustus 2008) pag. 6-9
Sporen van de paardenrenbaan aan de Lange Heul
Martin Heyne
Klik hier voor de pdf van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.
De eerste vorm van sport die in Bussum in wedstrijdverband beoefend werd is de paardensport. Onder de deelnemers bevonden zich, voor zover is na te gaan, echter geen Bussummers en ook het merendeel der toeschouwers kwam van elders. Hoewel de wedstrijden maar een paar keer per jaar gehouden zijn, hebben ze bijgedragen aan de landelijke bekendheid van het dorp, dat in die jaren een stormachtige ontwikkeling doormaakte.
De renbaan op de Bussummer hei
Door particulier initiatief werd in 1880 met de paardensport in Bussum begonnen. Een renbaan was uitgezet aan de voet van de Lange Heul, op ruim een halve kilometer van de Engdijk, waar nu de Randweg loopt. Rond de plaats waar de Doodweg uit Bussum naar het St. Janskerkhof de Oud Crailosche weg uit Hilversum naar Noord Crailo snijdt, kwam een ovale baan van 20 m breed. Deze was 1600 m lang, met rechte stukken van 500 m. De gemeentegrens tussen ons dorp en Hilversum liep toen over diezelfde Oud Crailosche weg, waardoor de oostelijke helft dus eigenlijk Hilversums was.
1 . Plattegrond van de baan in zijn complete vorm met hindernissen-parcours |
Zoals de plattegrond (afb. 1) laat zien, liep er een wisselbaan dwars over het parcours, die het mogelijk maakte van looprichting te veranderen en zo een langere baan te creëren. Ten behoeve van de jury stonden er in de bochten en aan de rechte einden in totaal vier jurytorens, die sterk op een ‘hoogzit’ leken.
Het publiek kon plaatsnemen op twee tribunes boven op de heuvel de ‘Lange Heul’. Her en der stonden rond de baan buffetten opgesteld. Een deel van de toeschouwers stond liever rond de baan, anderen zochten een goed plaatsje op het middenterrein, waar eveneens buffetten te vinden waren.
Vlak achter de grote tribune was een 15 m diepe waterput gegraven voor het drenken van de paarden. Zo’n 100 m achter de tribune waren aan de voet van de heuvel over 60 m lengte de stallen gebouwd.
Als er wedstrijden waren, werd de Oud Crailosche weg officieel voor alle verkeer afgesloten.
Op zaterdag 28 augustus 1880 werd de baan geopend met wedrennen die georganiseerd waren door de Harddraverij Vereeniging. Dit was een landelijke vereniging met een bestuur bestaande uit een college van zeven heren woonachtig in respectievelijk Amsterdam, Wassenaar, Heemstede, Haarlem, Velsen, Barneveld en Dordrecht.
De wedrennen bestonden, zoals het programma vermeldde, uit een zestal verschillende delen:
- harddraverij voor inlandsche paarden van zessen klaar gereden vóór Hollandsche sjezen, met rijders in nationaal kostuum, over een afstand van 1600 m.
- harddraverij voor paarden van alle rassen, gereden vóór twee-of vierwielige rijtuigen met rijders in nette kleeding, over een afstand van 2400 m.
- harddraverij voor inlandsche paarden, geboren in 1875 of later, gereden onder de man, met berijders in nette kleeding, over een afstand van 1000 m.
- harddraverij voor paarden van alle rassen, bereden (met zadel) door heerenliefhebbers, met rijders in jockeykostuum, H.H. officieren mogen in uniform rijden. Afstand van 1600 m.
- wedren voor paarden van alle rassen, bereden (met zadel) door rijders in jockeykostuum (militairen mogen in uniform rijden), over een afstand van 1200 m.
- wedren met hindernissen voor paarden van alle rassen (met zadel). Rijders in jockeykostuum (militairen mogen in uniform rijden), over een afstand van 1800 m.
Bereikbaarheid
Om zo’n evenement te bezoeken kon je uiteraard vanuit Bussum gaan lopen. Dat was echter een flink eind, want de bebouwing hield in die dagen op bij de Prinsenstraat. Daar kwam je op de Eng, waar alleen zandwegen waren.
Gebruikelijk was om een rijtuig te nemen en de Brinklaan af te rijden tot de overweg bij de R.-K. begraafplaats. Aansluitend volgde men de Bussummer Grindweg over een paar honderd meter tot een pad dat linksaf weer over het spoor leidde. Van daaraf voerde een pad in een ruime boog langs de Engdijk naar de renbaan.
Voor bezoekers die van ver kwamen, was de trein een oplossing. De Hollandsche IJzeren Spoorweg Mij. had een speciale halte gemaakt bij de Crailosche Brug. Van daar was het een wandeling van anderhalve kilometer naar de renbaan, over de Nieuwe en de Oude Crailosche weg. Op de dag van de opening stopte hier een aantal treinen uit beide richtingen. Uit Amsterdam vier stuks, om 9.15, 10.15, 11 en 12 uur. Uit Utrecht alleen om 11 uur en uit Amersfoort om 10.30 uur. De Spoorwegen vermeldden daarbij “dat reizigers die aan de Renbaan willen af- en instappen, moeten voorzien zijn, komende uit Amsterdam van plaatskaarten tot Hilversum en komende uit de richting Utrecht en Amersfoort, van plaatskaarten tot Naarden-Bussum.” Voor de terugreis stopte er in beide richtingen maar één trein en wel om 18.05 uur naar Amsterdam en om 18.10 uur richting Utrecht en Amersfoort.
De toegangsprijzen bedroegen ƒ 1, -voor leden en ƒ 2,50 voor niet-leden van de organiserende vereniging.
2. Op september 1881 bezocht koning Willem III (met bolhoed)
|
Koninklijk bezoek
Of deze baan frequent gebruikt werd, is moeilijk te achterhalen, want de regionale kranten meldden er bijzonder weinig over. Het wedstrijdseizoen begon rond hemelvaartsdag, liep door tot in september en omvatte vijf tot zes wedstrijddagen.
3. Op september 1881, de koning en de burgemeester op het
|
De races genoten ongetwijfeld grote faam, want al op 3 september 1881 kwam Z.M. Koning Willem III persoonlijk bij de wedstrijden op bezoek. Hiervan zijn een paar foto’s bewaard gebleven (afb. 2 en 3).
n 1894 was er wederom koninklijk bezoek. Dit keer waren het Koningin Emma en haar dochtertje Wilhelmina, die op 28 juni van dat jaar de wedrennen per trein kwamen bezoeken (afb. 4). De organiserende Amsterdamsche Sportclub en de Algemeene Harddraverij-vereeniging waren hierbij met hun voltallig bestuur aanwezig.
Het programma vermeldde bij die gelegenheid: een harddraverij met handicap over 1600 m, een wedren met handicap over 2400 m en een harddraverij aangespannen over 1600 m. Vervolgens, toen de koninklijke gasten gearriveerd waren, een hordenren met handicap over 4000 m, een recordharddraverij, aangespannen over 2400 m en een steeple-chase met handicap over 5000 m. Tenslotte werd gereden om de militaire sportprijs, een jachtrit over 3600 m. De beide vorstinnen reikten na afloop de door hen uitgeloofde prijzen uit aan de winnaars van de steeple-chase en de militaire jachtrit.
4. De feestelijk versierde hoofdtribune ter gelegenheid van
|
In het verslag van die dag lezen we: “Na afscheid genomen te hebben van de Bestuurders, die dit welgeslaagde sportfeest geregeld hadden, keerden Zij per rijtuig naar Soestdijk terug, en weldra kwam er leven en beweging in tal van voertuigen van allerlei aard en vorm, zooals men die bij de wedrennen vereenigd ziet. De menigte spoedde zich naar de halte, en weldra was de heide bij Bussum weder stil en eenzaam als tevoren.”
Dit evenement zou, zo bleek later, het einde markeren van deze renbaan. In 1893 was op minder dan 3 km naar het westen een nieuwe renbaan geopend. Deze trok, doordat ze beter bereikbaar was, meer publiek en minder gratis toeschouwers, zoals op de hei het geval was.
De treinhalte is na 1902 uit de dienstregeling geschrapt evenals de halte aan de Herenstraat bij de Bensdorpfabriek.
Sporen op de hei
De renbaan kwam af en toe weer in het nieuws. In De Gooi & Eemlander van 1908, stond dit opmerkelijke bericht:
“Donderdagmiddag 30 juli zakte één der paarden met berijder eener convooi veldartillerie in een put op de heide, waar zich een oude renbaan bevindt.
De berijder viel er af. Het paard viel in de 15 m diepe put, waarvan het houten deksel vergaan was, en stierf ter plaatse. Op het terrein moeten zich nog een drietal putten bevinden.”
Nog éénmaal, jaren later, herleefde de tijd van toen. Bij de Olympische Spelen in Amsterdam in 1928 werd een deel van het ruiterprogramma op het Hilversumse sportpark afgewerkt. De veelzijdigheidsproeven voor de Military vonden plaats op de Bussummer hei. Echter, door de grondruil in 1902 tussen Bussum en Hilversum, waarbij Bussum een groot stuk van de hei aan Hilversum moest afstaan in ruil voor de Bussummer Eng, kon er niet meer van Bussums grondgebied gesproken worden.
5. De westelijke bocht van de renbaan, als lage wal door de hei |
Hoewel de renbaan op de hei er al meer dan een eeuw niet meer is, kan de oplettende wandelaar de plaats waar die baan gelegen heeft nog terugvinden. Daarvoor is een laagstaande zon met strijklicht nodig.
Het pad vanaf de Van Linschotenstraat naar de Aardjesberg loopt door de westelijke bocht van de baan die zich dan als een donkere schaduw aftekent. (afb.5)
Bij verder onderzoek vind je een lage ‘dijk’ van circa 25 cm hoog en een meter breed, die het hele parcours van de oude renbaan te volgen is. Soms is het wel moeilijk want het ‘dijkje’ gaat nu door struikgewas en tussen vliegdennen door.
Sfeerimpressie van de Lange Heul
Uit de zomerdienstregeling van de ‘Gooische Stoomtramlijn’ 15-04-1882 t/m 15-10-1882. Het gaat specifiek om de reis vanaf Jan Tabak richting Laren en Hilversum:
“Na eenige minuten is men genaderd tot de Lunet, behoorende tot de voorwerken van Naarden. Rechts ligt de weg naar Bussum, op 1/4 uur afstands wandelends. Tot het station is er een 1/2 uur mede gemoeid. Men gaat een paar villa’s, de Gooische Boer en een hoenderpark voorbij, en men ontwaart spoedig rechts de hei en in het verschiet Bussum en Hilversum. Voorbij Crailoo komt men ook aan den “Crailoosche weg”, die naar de Bussemer renbaan leidt (renbaan de Lange Heul). Een kwartier wandelens brengt u langs de hei, waar ook de oefeningen van het garnizoen te Naarden en van tijd tot tijd de groote “manoeuvres” worden gehouden, -aan de renbaan.
De Ren-vereeniging heeft thans de benoodigde gronden, in erfpacht aangevraagd en bekomen (30 jaar) en heeft er een duurzaam gebouw en eene tribune voor de bezoekers doen verrijzen en een Kon. loge. Het gewoon lidmaatschap der Ren-vereeniging bedraagt in het jaar 1882 Fl. 10.-- gulden. De leden hebben het recht van toegang tot de tribune met twee dames. Het buitengewoon lidmaatschap, geldig voor één persoon kost Fl. 5.00 gulden. Verder worden er op het terrein der Vereeniging plaatsen beschikbaar gehouden tegen Fl. 1,–. gulden per persoon. Bovendien zijn er overal toegangen tot de hei, waardoor men reeds in de verte de tribune ziet en zelf zijn weg kan kiezen.”