Bussums Historisch Tijdschrift 24/2 (augustus 2008) pag. 29-30
Een paard als huisdier
Joke Vos-Bogaard
Klik hier voor de pdf van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.
Een paard een huisdier? Jazeker, een paard is echt een huisdier net als een hond of kat, waarschijnlijk omdat het vroeger vaak bij de mensen thuis stond. Het werd gebruikt als vervoermiddel of bij de uitoefening van een beroep. Tegenwoordig is het er vooral voor het plezier. Wie gebruikten er vroeger dan zoal een paard bij hun werk?
In de eerste plaats natuurlijk de boer op een van de Bussumse boerderijen die het paard gebruikte om het land te bewerken of om groenten, rogge, haver, maïs en hooi te vervoeren. Hij gebruikte het meestal ook om er ‘s zondags mee naar de kerk te gaan.
Ook de koetsiers waren bij hun werk afhankelijk van hun paard. Je vond ze bijvoorbeeld bij het station, waar ze stonden te wachten om mensen per koets te vervoeren, vaak stedelingen die van het mooie Gooi wilden genieten. Nu staan daar de taxi’s.
De gegoede lui in het Spiegel hadden natuurlijk hun eigen koetsier. De koetshuizen, waar de koetsier met zijn gezin soms ook woonde, herinneren daar nog aan (zie pp 31-33). Als de dames en/of heren uit gingen, werd de koetsier geroepen om de paarden voor de koets te spannen. De dokter had een koets om zijn patiënten te bezoeken. Als hij er ’s nachts op uit moest voor bijvoorbeeld een bevalling, moest de koetsier blijven wachten, wat in de toen zeer koude winters geen pretje was.
Je trof de koetsiers ook bij bijzondere gebeurtenissen. Bij de huwelijksplechtigheid zaten de palfreniers keurig in passende kledij op de bok. Ze droegen dan een hoge hoed die in de volksmond ook wel ‘kachelpijp’ werd genoemd. Bij begrafenissen hadden de paarden zwarte kleden en als het een deftige begrafenis was ook zwarte pluimen. Een 1e klas begrafenis was een lijkkoets met twee paarden ervoor, bij 2e en 3e klas slechts één paard. Tegenwoordig raakt dat weer een beetje in de mode. Bij de boeren was het gebruikelijk dat de overledene op de boerenwagen met zijn eigen paard ervoor naar zijn laatste rustplaats werd gereden.
Dan waren er nog de kleine ondernemers die met paard en wagen langskwamen om melk of groenten te venten. De melkboer haalde bij Neerlandia in Weesp zijn melk en liep langs de deuren. Als de arbeid was gedaan mocht het paard of de pony grazen in de Engh.
Het verhaal gaat dat het paard van Lammert Rokebrand zich op zondag los had weten te maken en op stap ging. Tot grote verbazing van Lammert liep het precies de route die het door de week ook liep en wachtte keurig bij een klant waar het altijd een kapje brood kreeg. De heer W. Vos woonde met zijn gezin in de Hamerstraat. Hij ventte met zijn paard groente en fruit. Zijn huis was echter maar klein, te klein om zelf zijn paard te houden, dus dat stalde hij bij iemand aan de Laarderweg.
Wie tegenwoordig nog een paard bij huis heeft staan, heeft dat louter voor zijn plezier. Het is niet in elke plaats geoorloofd om een paard bij je huis te hebben staan, maar in Bussum mag dat. Het spreekt vanzelf dat de buren geen last van je hobby mogen hebben.
Ook wij hebben jaren een haflinger en een shetlandpony achter het huis in de Hamerstraat gehad. ‘s Avonds ging mijn man met ze naar het longeerterrein gelegen aan de Abraham Kuyperlaan. Daar konden ze even lekker grazen of ze werden in de bak gelongeerd. Longeren is een typische paardenterm, het betekent het aan de lange lijn rondjes laten lopen van je paard. Wij gebruiken dit terrein met een aantal Bussumse paardenbezitters verenigd in een stichting.
Dat was in het verleden wel anders. Toen zochten de paardenliefhebbers elk vrij veldje om te kunnen trainen. Omdat de gemeente steeds dichter bebouwd werd hebben ze door heel Bussum gezworven totdat de gemeente het huidige veld beschikbaar stelde. Je kunt je voorstellen hoe blij we hier mee zijn.
Buiten het echte wedstrijdrijden wat sommige van ons doen werd en wordt er nog ring gestoken. Het is jammer dat dat in Bussum in 1992 voor het laatst plaatsvond want het trok altijd veel bekijks. Gelukkig worden ook toertochten gemaakt met elkaar, soms met heel mooie rijtuigen, zodat dan de oude tijden weer even herleven.
Het thuis houden van een paard is niet zo makkelijk als het lijkt. Een paard moet er elke dag even uit, elke dag moet de mest eruit gehaald worden en eens per week de mest afgevoerd. Een paard bij huis betekent nooit een paar dagen weg want er moet altijd iemand zijn om ze te voeren en te verzorgen. Maar dat alles weegt niet op tegen het plezier.