Bussums Historisch Tijdschrift 27/3 (december 2011) pag. 4-5

Jaap Molenaar alias Jack Miller

J.G.K. (Jack) Molenaar

Klik hier voor de pdf van dit artikel

Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

Jaap Molenaar 1944, foto Jan Otjens

Jacobus Antonius (Jaap) Molenaar werd op 23 augustus 1909 geboren in Nieuwer-Amstel, het huidige Amstelveen, als zoon van Gerrit Molenaar en Maria Catharina Vermunicht, een weduwe met vijf kinderen en twaalf jaar ouder dan hij. Toen zij trouwden, was Gerrit schildersknecht bij schildersbedrijf Bierman in Bussum. Later ging hij, tot zijn pensionering, bij de politie werken. Het gezin woonde eerst op het Oosterpad en later op de Voormeulenweg.
 
Jaap groeide dus op in Bussum. Al jong bleek hij lichamelijk niet zo sterk te zijn, hij had een afwijking aan zijn linker hartkamer. Hij wilde eigenlijk machinebankwerker worden, maar dat beroep zou niet geschikt voor hem zijn door het zware werk. Er moest dus iets anders gevonden worden. Al snel kwam naar voren dat hij over muzikale talenten beschikte en zo werd hij naar de muziekschool gestuurd voor pianolessen. Dat was een succes, hij had talent voor zowel klassieke – hij maakte zich de pianosonates al snel eigen – als amusementsmuziek.

Nadat hij enkele jaren aan de pianostudie had gewijd, besloot Jaap het niet bij één instrument te laten. Hij ging ook xylofoon en accordeon spelen en als het moest elk koper blaasinstrument dat hij in zijn handen kreeg. Maar zijn grote liefde was en bleef de piano. In 1933 werd deze piano ingeruild voor een gebruikte Bechsteinvleugel en dit instrument is tot en met 2003 in de familie gebleven en was toen inmiddels al de nodige keren gerenoveerd.

Begin jaren ’30 begon Jaap bekendheid te krijgen. Hij veranderde zijn naam in Jack Miller en richtte onder deze naam een band op, later gevolgd door een orkest met de naam Jack Miller and his Rhythm Five. Hij speelde op bruiloften en partijen en overal waar hij gevraagd werd. Daarnaast gaf hij piano- en accordeonles. Zo heeft hij de dochter van wijlen Clinge Doorenbos, die in Naarden woonde, les gegeven. Vandaag de dag kun je nog steeds (oudere) Bussumers tegenkomen die les van hem hebben gehad.

	Optreden in Hilversum, 1932

Ondertussen was hij begonnen met componeren; zijn bekendste liedje was De oudewijvenmolen.
Ook was de tijd aangebroken voor plaatopnames. Dat waren toen nog platen van glas met een schellaklaag erop of wasplaten.
Deze platen werden opgenomen in de opnamestudio Van der Ben in Huizen. Later (in 1935) zou in dit gebouw de Potterie De Driehoek gevestigd worden, gevolgd door restaurant De Haven van Huizen.

Over radio-optredens is weinig bekend. Hij had vele muzikale vrienden, onder wie Jan Corduwener, Lou Bandy en Lex Karsemeijer, de oprichter van het meisjeskoor Sweet Sixteen en dirigent van andere koren.
In de oorlog was er weinig te doen in amusementsland. Op zaterdagavonden speelde hij in Concordia dansmuziek om het jonge Bussumse publiek te vermaken. Naar verluidt is daar menig paartje gevormd. Hij werkte freelance, onder andere in 1944 met Lou Bandy in Schiller, Amsterdam. Voor een avond kreeg hij 25 gulden, geen gek bedrag in die tijd.

Optreden in Concordia, 1941

Op de Concordia-avonden leerde hij Martha Gnirrep kennen. Met haar trad hij op 27 december 1944 in het huwelijk. Zij hadden speciaal die dag uitgekozen, omdat de kerk, de nu afgebroken Heilig Hart kerk, toen nog mooi versierd was, wat een feestelijk tintje aan de dienst gaf. Zij verhuisden naar de Irisstraat, een huis dat tot op heden nog steeds in de familie is.

Een van zijn laatste optredens voor het grote publiek na de bevrijding vond plaats in de Hamerstraat. Dit evenement was georganiseerd door de bewoners en de familie Rector, in die tijd zeer bekend van hun dansschool. In het kleine jaar dat hij daarna nog te leven had, reisde hij met zijn bands door Nederland en speelde veelvuldig op bruiloften en partijen.

Op 2 juli 1946 sloeg het noodlot toe. Uitgezwaaid door zijn hoogzwangere vrouw, die boven aan de trap stond en nog zei: “Jaap, doe een das om, het is nog zo fris op de motor”, reed hij met de accordeon achterop naar een leerling in het Spiegel. Op de Nieuwe ’s-Gravelandseweg kreeg hij een ongeluk, waarvan de ware toedracht nooit boven water is gekomen. Misschien reed een auto hem aan. Misschien speelden toch zijn hartproblemen op en heeft hij een hartaanval gehad (suggestie van Lex Karsemeijer aan zijn zoon).

Jaap Molenaar alias Jack Miller werd op 4 juli 1946 op de Oude Katholieke Begraafplaats begraven. Zijn zoon, schrijver van deze biografie, werd op 5 juli in het Majella Ziekenhuis in Bussum geboren.

Jack Molenaar woont in Bussum. Hij is werkzaam geweest in de detailhandel en als huismeester op het Luzac College. Hij is vrijwilliger bij de Historische Kring Bussum. Foto’s uit collectie auteur.