Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift 26/1 (januari 2010) pag. 15-19

 

Vier geweldige en heftige jaren in 't Smurf - Heimwee naar Bussumse beatclub 

Antoon F. Bruggeling & Rob Hendrikse

Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.
Klik hier voor de pdf van dit artikel.

       
   
 Rob Hendrikse, 1966
 

“Veel mensen denken dat we langer hebben bestaan, maar Beatclub ‘t Smurf in Buurthuis De Engh in Bussum heeft slechts 4 jaren gedraaid. Dat waren wel hele heftige jaren. Alle bekende Nederlandse popgroepen traden op, maar ook internationale supergroepen als Pink Floyd en John Mayall waren te gast. Elke zondagmiddag weer zaten we vol.” Dat zegt Rob Hendrikse, de grote man achter ‘t Smurf. Bij een ‘t Smurf-reünie in 2007 kwamen veel oud-Smurfers naar Bussum om herinneringen op te halen. “Veel mensen hadden elkaar zeker al 40 jaar niet meer gezien, maar herkenden elkaar direct. 40 jaar ouder, de lange haren verdwenen, veel meegemaakt, maar de verhalen van toen waren niet vergeten”, aldus voormalige slager Rob Hendrikse. Zelf heeft hij ook goede herinneringen aan de periode 1966-1969. 

De Kelder

De voorgeschiedenis van ‘t Smurf startte al zo rond 1960. Vader Hendrikse was overleden en Rob nam als 16-jarige de slagerij over. “We hadden een grote kelder onder onze slagerij aan de Landstraat. Omdat er in die dagen in Bussum voor jongeren helemaal niets te doen was, besloten we er een beatkelder van te maken. Broer Joop trad hier vaak op met zijn band Shock, bestaande uit Ronald Ronkes (zanger), Timo Hoven, Sjakie Boers, Richard Vos en Joop Hendrikse. Hun eerste optreden was in gebouw Eltheto bij de Vredekerk, voor zo’n 80 doofstomme ouderen”, herinnert Rob zich. De apparatuur werd op een bakfiets gehesen en hup de straat uit naar gebouw Eltheto waar de happening ging plaats vinden.

       
 
 Optreden Flashing Blues in de Kelder
   

“Nou je begrijpt het wel, al bij het eerste nummer van het eerste optreden van Shock vlogen alle oudjes hoe doof ze ook waren bijkant uit hun stoelen en rolstoelen krampachtig naar hun oren grijpend en luid kermend nee…nee… niet meer… De apparatuur werd weer op de bakfiets geladen en met de kapotgeslagen gitaren, dit hoorde bij de act zoals je begrijpt, over de rug, togen zij weer naar hun home, de kelder. De Kelder, ook wel La Cave Shock, was ongeveer 6x12 meter groot en stahoog. Hij was provisorisch ingericht: een houten bar met pick-up, posters aan de wand, eierrekken aan het plafond en veel zwarte verf op de muur. De bankjes waren van houten planken op een paar stenen. Rieten matten hingen hier en daar tegen de muur en stukgeslagen spiegels vormden het mozaïek aan de wand waar het podium stond.

 

De inval in de Kelder

De Kelder trok steeds meer publiek en groeide letterlijk en figuurlijk uit zijn jasje. In feite ging hij dus aan zijn eigen succes ten onder. Op een kwade zondagmiddag kwam opeens een aantal overvalwagens de Landstraat ingereden en werden de toegangswegen tot De Kelder van Slager Hendrikse afgesneden. Een 7-tal agenten kwam binnenlopen en de feestvierende Bussumse jeugd werd wreed verstoord. Er speelde weliswaar een bandje in de Kelder, maar in tegenstelling tot wat sommigen dachten, gebeurden er geen onoorbare zaken. Het was duidelijk dat de vergunningen ontbraken en de feestvierenden werden als echte boeven in de overvalwagens geladen en opgebracht naar het politiebureau aan de Brinklaan. De politie noteerde de namen en bracht de ouders op hoogte, maar niemand werd ingesloten. Aan de ene kant vonden politie en brandweer het onverantwoord bijeenkomsten in deze ruimte te houden. Aan de andere kant bestond er onder jongeren van Bussum en Naarden grote behoefte elkaar te ontmoetten en naar livemuziek te luisteren. 

Bij ons wordt niet geprikt

Enige weken later kwam er een gesprek tot stand met de gemeente in de persoon van Locoburgemeester en wethouder Boor. ‘’Wij met hangende pootjes ernaar toe. Wat zou ons boven het hoofd hangen. Gelukkig viel het allemaal wel mee want de heer Boor wist ook wel dat er in Bussum geen fluit te beleven viel. Hij uitte zijn bezorgdheid over de brandveiligheid en het eventuele drankgebruik, dat overigens reuze meeviel, maar er was een zinnetje dat hij een paar maal herhaalde: ‘’Als er maar niet geprikt wordt, hè. Als er maar niet geprikt wordt… je weet wel wat ik bedoel hè.’’ Met grote ogen en rode oren hoorden wij zijn verhaal aan. Prikken, prikken, nee hoor… er wordt bij ons niet geprikt !! In werkelijkheid wisten wij werkelijk niet wat hij bedoelde en werd het waarschijnlijk ook niet gedaan.’’
Al met al resulteerde dit gesprek in de afspraak dat er naar een alternatieve ruimte gezocht zou worden.

 

Buurthuis De Engh

Het nieuwe Buurthuis Centrum De Engh op de Nijverheidswerf 22 bleek plek te hebben. Buurthuis De Engh was een mooi multifunctioneel gebouw met een behoorlijke zaal met prachtig podium en een voor die tijd perfecte en moderne lichtinstallatie. Zie ook het artikel over het Jeugdwerk elders in dit blad. ‘’Als directeur werkte daar de heer van Nierop, een gewezen marineofficier uit Den Haag die het goed met ons voorhad. De concierge was Rijk Schinkel. De deal was toen snel gesloten in 1966, maar ik denk dat het bestuur van het Centrum dacht dat het maar kort zou duren. ‘t Smurf werd echter een gigantisch succes en trok publiek uit de hele regio’’, weet Hendrikse nog. Op 2 oktober 1966 om 14.15 uur ging de club officieel van start met de groep Tee-Set. De zaal was meteen vol.

 

‘t Smurf trendsetter

In de loop der jaren veroverde ‘t Smurf een goede naam in de regio, en zelfs in het land. ‘’De allerbeste bands traden hier op en wanneer je niet in ‘t Smurf kwam dan miste je wel heel wat.’’
‘t Smurf was bovendien vaak voorloper en trendsetter vanwege zijn unieke vondsten. Apart was het ‘Black Light’ dat achterwand omtoverde tot een soort psychedelisch paradijs. Dat gold ook voor de levensgrote oliedruip toverlantaarnvoorstellingen, de drie bands op één middag en de modeshows. Een flinke schare vrijwilligers was voortdurend in de weer met het stencilen van het clubblad, affiches plakken, de zaal aankleden, kaartjes verkopen, drankjes verkopen, ordedienst houden en na afloop opruimen en schoonmaken. Dit zorgde voor een hechte onderlinge band waar vele vriendschappen uit voortgekomen zijn en zeker ook een aantal huwelijken.

 

Kaartjes dubbel gebruikt

De gemeente Bussum verstrekte 200 kaartjes, terwijl de brandweer maar 180 kaarten toestond. Desondanks waren er vaak meer dan 200 jongeren binnen doordat de kaartjes dubbel gebruikt werden. In het begin was Huib niet zo slim om ze altijd af te scheuren. De kaartjes dwarrelden vervolgens uit het raam naar wachtende vrienden voor hergebruik. In een later stadium werd er een nieuwe truc bedacht. Als de kaartjes uitverkocht waren kreeg men een stempel op de hand. Huib zorgde wekelijks voor een nieuwe stempel.
De belangstelling voor de live optredens was zó groot dat mensen zelfs via de regenpijp het buurtcentrum probeerde in te klimmen. De niet al te grote zaal bevatte soms wel 500 bezoekers. Uiteindelijk, rond 1968, telde ‘t Smurf dik 1500 leden. Dat leidde ook wel eens tot problemen. ‘’Soms waren er wat incidenten zoals het stukgooien van bierflesjes. Iemand liet ook een keer een traangasbommetje ontploffen en toen moest de zaal ontruimd worden. Het bestuur besloot daarna een uitsmijter aan te stellen.’’

 

Dansen met leraar

De middagen van ‘t Smurf werden bestempeld als een openbare voorstelling waar gedanst kon worden. Het was in die tijd dan ook verplicht dat er een dansleraar aanwezig was. Smurf-voorman Hendrikse: ‘’De heer Sallé van dansschool Martin werd voor 40 gulden per keer ingehuurd. Daarnaast moest iedereen lid worden van ‘t Smurf voor 2,50 gulden.’’ Het liep storm want er werd veel reclame gemaakt. Op scholen, reclameborden, sandwichborden en folders en dergelijke. Huib regelde de reclame en kaartverkoop en kreeg soms een boete omdat hij illegaal posters ophing op muren en palen in Bussum en Naarden. Hij betaalde later zelfs de boetes vooruit op het politiebureau.

Plaatselijke bandjes

De aanwezigheid van een poppodium was een stimulans voor de ontwikkeling van een aantal eigen bandjes in de regio. Ze hadden allemaal hun eigen uitstraling. Vaak waren ze in te delen in een van beide kampen: dat van de Beatles of de Stones. Bekende lokale groepen waren: Made in Holland, Shock, The Fellows, Les Clochards, The Flashing Blues, The Outlaws, Prop en Neighbour. 

 
 
Contract Pink Floyd, 1968

Pink Floyd in Bussum

Het was eigenlijk relatief makkelijk om Pink Floyd te contracteren in die tijd. Hoewel zij al wel hoog op de verlanglijstjes stonden van grote zalen en podia in Europa was er één beletsel. Het tussen landen afgesproken werkvergunningenbeleid regelde dat er net zoveel Nederlandse artiesten in Engeland moesten spelen als Engelse muzikanten in Nederland. Dat eerste was natuurlijk lastiger te realiseren dan andersom. In Vlissingen echter woonde Cyriel van den Hemel die veel relaties had in het UK en altijd wel een oplossing voor dit probleem wist te bedenken. Mede daardoor werd hij een van de belangrijkste impresario’s in die tijd.

Via hem kon ‘t Smurf ook deel uitmaken van de geplande tournee van Pink Floyd. Voor 1100 gulden zouden ze komen spelen op de wat minder populaire zondagmiddag. Het optreden op 25 februari 1968 ging uiteindelijk niet door. 1 juni werd een nieuw optreden gepland. Ondanks dat er flink reclame gemaakt werd door enthousiaste clubleden viel om een of andere reden de belangstelling tegen. Kon men het niet geloven dat ze echt kwamen?

150 gelukkigen kwamen die dag luisteren naar het optreden dat een klein uur duurde. ‘’Echt professioneel waren zij al wel met hun perfecte geluidsinstallaties en ‘rowdies’. Uitzonderlijk goede muzikanten waren het die hun tijd eigenlijk toen al wat muzikaliteit betreft ver vooruit waren wat dan ook resulteerde in een volgens de kenners zeer gave voorstelling.’’

Na afloop zijn ze met Allan van Bekkum mee naar huis gegaan, ergens op de Lijsterlaan, waar zij heerlijk gegeten zouden hebben bij moeder Van Bekkum, die zelf een Engelse was. "Ach, het waren gewone jongens", vertelde moeder Van Bekkum. Ze heeft het contact nog lange tijd warm gehouden. 

         
 Syd Barrett
 
 Nick Mason
 
 Roger Waters

  

   

Andere bands

Het succes van ‘t Smurf was ook een beetje te danken aan het tijdstip van opening.
Indertijd, in de Kelder, werd de zondagmiddag gekozen als tijdstip voor de optredens omdat dat in een behoefte voorzag. Dat gaf tegelijkertijd ook de mogelijkheid om veel bands voor een flink gereduceerd bedrag te engageren. Overal in het land bruiste het van de muziek in het weekend. De goede bands traden ‘s avonds overal op, van Vlagtwedde in Groningen tot de Bergmansociëteit in Maastricht. Vele waren best genegen op de vrije zondagmiddag Bussum aan te doen voor een schappelijk prijsje. Zodoende waren veel bekende bands te zien en te horen in beatclub ’t Smurf. Dat was de Nederlandse top: Golden Earring, The Motions, The Outsiders, Q65, The Tee-Set, After Tea, The Buffoons en Les Baroques. Buitenkansjes waren natuurlijk de Engelse Toppers zoals Pink Floyd, The Marmalade, The Centaurs en John Mayal and the Bluesbreakers.

 

Het was overigens niet altijd een voordeel de vrije uurtjes te vullen. Volgens Rob Hendrikse zou Van Morrisson met zijn groep Them ook in ‘t Smurf optreden. Aan het einde van een lange zondagse tourneedag stond hij om 23.00 uur op de stoep maar hij was niet meer het podium op te krijgen. Het in grote getale opgekomen publiek droop langzaam af naar huis.

Het einde

Een van de oorzaken voor het einde in 1970 van Beatclub ‘t Smurf zou onenigheid tussen voorzitter Rob Hendrikse en directeur Van Nierop zijn geweest. ‘’De directeur wilde dat alle recettes op de zondagmiddag afgedragen werden aan buurthuis De Engh. Het Smurf bestuur wilde daar niets van weten, ook omdat er immers kosten gemaakt werden om bandjes te arrangeren. Op 1 januari 1969 werd ook nog eens de BTW ingevoerd in Nederland, extra belastingdruk dus.

 
Optreden Tee Set
 

Daarnaast stookte de gemeente Bussum het vuurtje nog eens aardig op. Zij wilde vermakelijkheidsbelasting gaan heffen op de entree. ‘’Zowel op de gage van de bands als op de entreekaartjes moest 121/2% belasting worden betaald. Dat maakte de kaartjes en de bands gewoon te duur’’, aldus Rob Hendrikse. Het bestuur sloot daarom in 1970 definitief een punt te zetten achter ‘t Smurf. Een groot verlies voor Bussum en niet op de laatste plaats voor de Bussumse jongeren, want zij moesten uitwijken naar onder andere Hilversum. Nardinc in Naarden ging rond die tijd ook dicht.
De discotheek werd de opvolger van de levende muziek. In de Engh is men daar nog enige tijd mee door gegaan maar dit was het toch niet echt, het stierf uiteindelijk een zachte dood.

 
 
Reünie van enkele oud-bestuursleden ‘t Smurf

Rob Hendrikse kijkt met heimwee terug: ‘’Het is ongelofelijk dat er vandaag de dag voor jongeren nog steeds zo weinig valt te beleven in Bussum en Naarden. Er zijn wat kroegen rond het station en in het centrum, maar livemuziek is er weinig te horen. De Kameleon voorzag in een grote behoefte. Er traden prima bandjes op, maar dat is de jeugd een aantal jaren geleden ook afgepakt. Wat hadden zij nu graag een club als ‘t Smurf willen hebben. Dat was ook een geweldige tijd, die we zeker nooit zullen vergeten hoe lang geleden dat ook is.’’

De herinneringen van veel Bussumers aan die roerige en romantische jaren ‘60 in beatclub ’t Smurf werden op 3 juni 2007 opgehaald tijdens een Smurf-reünie in de Vernissage op Fort Werk IV. Meer dan 300 oud-leden uit heel Nederland kwamen eropaf. Meer informatie over ‘t Smurf en de reünie is te vinden op de website www.beatclubhetsmurfbussum.nl.

Rob Hendrikse is geboren en getogen Bussumer, en is in zijn jeugd als voorzitter betrokken geweest bij (de oprichting van) beatclub ‘t Smurf. Hij is eigenaar van de bekende slagerij aan de Landstraat. Hij voelt zich betrokken bij het maatschappelijk leven in Bussum. Zo is hij is oud-gemeenteraadslid voor de VVD, oprichter/voorzitter van de braderie te Bussum en bekleedt hij meerdere functies in het middenstandsgebeuren en verenigingsleven.
De Bussumer Antoon F. Bruggeling is journalist met grote belangstelling voor Bussum en het Gooi. Hij was vanaf de beginfase de trouwe journalistieke volger (voor de Bussumsche Courant) van het wel en wee in beatclub ‘t Smurf. Op zijn naam staan vele publicaties, de meest recente is het in oktober 2009 uitgebrachte fotoboek ‘Verrassend Bussum en Naarden’.

Foto’s: Rob Hendrikse/archief ‘t Smurf