Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift 26/2 (mei 2010) pag. 27-33


Geletterd langs de lijn

 Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 Illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.
Klik hier voor de pdf van dit artikel.

De spoorwegen verwennen de lezer tegenwoordig elk jaar tijdens de boekenweek. Wie dan in de trein het boekenweekgeschenk leest, mag die éne dag in het jaar gratis reizen. Zo was het ook afgelopen 14 maart 2010. Maar NS gaat helemaal voorbij aan al het leeswerk dat op en rond het spoor zelf geboden wordt; en zoals hier getoond wordt is dat nogal wat.

   
 Functionele typografie uit gietvormen, alleen bedoeld als beheerscodering
 

De complexiteit van het openbaar vervoer zélf vereist vaak al heel wat leeswerk. Tot zo’n 15 jaar geleden had iedereen een spoorboekje. Met wat oefening kon men zich een weg slaan door de schier eindeloze kolommen tijden en treinnummers. Maar zelfs de fervente treinreiziger benutte minder dan 10% van de informatie uit die bundel slappe blaadjes.

Dat is nu vrijwel geheel en tamelijk effectief overgenomen door de reisplanner op internet. Hoe gaat de reiziger om met reisinformatie? Of: hoe gaat de reiziger om met informatie tijdens de reis? En meer nog: hoe stelt de treinreiziger al reizend vast waar hij of zij is?

In 99% van de gevallen door naar buiten te kijken en te lezen wat er op borden en gebouwen staat. Er is ook heel wat te zien op stationsgebouwen, maar voor een groot deel zit daar door huisstijl een eenvormigheid in, die de oriëntatie niet altijd en overal ondersteunt. Daarom kijkt de treinreiziger nog veel meer naar andere gebouwen en objecten die hij of zij passeert. Alles kan de treinreiziger helpen als oriëntatiepunt, of de trein nu stilstaat of in highspeed voortijlt.

De informatie op de stations is meestal eenvormig getypografeerd, volgens de regels van de huisstijl. Gele vertrekstaten, blauwe plaatsnaamborden en dan sinds kort ook de cyclaampaarse aanduidingen voor de OV-chipkaart.

      
 
Opmerkelijk verschil tussen de stevige schreeflozen op de eerste regel
en de wat magere schreefletters op de tweede regel; door dwang tot
gelijklopende breedte is de 2e regel veel te wijd gespatieerd.
Het blijft gissen naar de functie van het onderscheid.

Maar de sporen van oude huisstijlen zijn op allerlei plekken nog niet verdwenen en verheffen zo een spoorbouwwerk soms juist tot monument. En dus maken ze daarmee de oriëntatie makkelijker, want de mens vindt bij vluchtige oriëntatie, al voortbewegend en gehaast, meer steun aan variatie, dus aan vormverschillen, en minder aan uniformiteit.

Het korte traject van het NS-station Naarden-Bussum tot aan de halte Bussum-Zuid biedt de treinreiziger op tal van plaatsen een houvast. We volgen dit traject hier in beelden en bekijken de typografische bijzonderheden, waaraan de treinreiziger Bussum herkent.

Bussum biedt veel, zelfs als we de reclames en graffiti buiten beschouwing laten. Overigens is reclame in ons leven een soms miskend herkenningspunt; ook in Bussum hebben we daarvan mooie voorbeelden.

De dagelijkse woon-werkreiziger, niet zoekend, maar vaak reizend in een vast patroon en zo onbewust dromend en starend, wordt omgeven door getypografeerde informatie. Al sta je zo als ‘bijna-treinreiziger’ aan de rand van het perron misschien doelloos naar de spoorstaven te staren, zelfs dan zijn er de betonnen dwarsliggers met daarin de naam en tijdcode van de betongieter.

       
Wapenschilden: een der oudste vormen van wat nu heet ‘datavisualisatie’.
Hier honderd jaar geleden in hout aangebracht, nu ontsierd door
(asymmetrisch bevestigd) beveiligingsmateriaal.
 

Wie vanuit Weesp met een slakkengangetje Naarden-Bussum binnenrolt, ziet aan de rechterzijde aan de Parallelweg het Opleidingsbedrijf Bouw voor Gooi- en Vechtstreek. De beletterde gevel is niet naar het spoor gericht, maar de aanduiding is wel te zien. Voor een organisatie in de bouwsector opvallende letterkeuzes.

Op en rond het stationsterrein zelf vinden we veel letterkundige schoonheden. Vooral aan de gebouwen op het perroneiland, die veel ouder zijn dan het hoofdgebouw aan het Stationsplein.

Weliswaar geen typografie, maar wel klassieke symbooltaal met pictogrammen, zijn de gemeentewapens op de westelijke kop van het zadeldak van de overkapping van het eilandperron; jammerlijk ontsierd door een veiligheidsbeugel voor een ladder.

Schoonheden zijn onder andere de voormalige functieaanduidingen van de diverse gebouwen op dat perroneiland. Net zoals op het NS-station van Haarlem zijn ook in Bussum nog van die prachtige tegeltableaus te zien. Enigszins robuust, maar tegelijk verfijnd door de heel kleine schreef bij alle letters, de uitgebalanceerde dun/dik-verschillen (goed in de A te zien) en de dun/dik-vervlechting zoals in de W van Wachtkamer. De enige overdekte wachtruimte nu, was vroeger het kantoor van de Stationschef. Zijn tegels zijn door verzakking gebroken.

         

Ook al tamelijk klassiek in de belettering is aan de oostkant van de restauratie het glazen paneel met de tekst ‘chocolade’. Een prachtige toepassing van het lettertype Futura, dat de Duitse typograaf Paul Renner in 1927 ontwierp.

       
Paul Renners lettertype Futura boven het voormalige restauratieloket
 

Veel smakelozer en strak is de bijna stijlloze letter die nog te vinden is op het oude emaillen bord dat voor de stationsrestauratie duidelijk maakte dat er met vergunning ook bier en wijn geschonken werd. Het bord is verkleurd door het koper- en koolstof dat van de bovenleiding komt.
De reiziger vindt meestal pas rust als de goede trein op het goede spoor aankomt en in de goede richting op tijd vertrekt. Daarbij spelen de gele vertrekstaten een rol, de blauwe borden voor allerlei aanduidingen, maar tegenwoordig zijn nog belangrijker de grijzige beeldschermen.

 
 
De vertrekstaat: ogenschijnlijk eenvoudige gebruikstypografie, maar niettemin voor toepassing in zeefdruk heel doordacht gekozen letterkeuze, spatiëringen, regelafstanden en belijningen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het lettertype Frutiger.

De blauwe stationsnaamborden met witte belettering spelen een grote rol; vooral hierdoor zie je dat je op een NS-station bent. Alle belettering van NS is uitgevoerd in de letter Frutiger, genoemd naar zijn ontwerper, de Zwitserse typograaf Adrian Frutiger (1928) die dit type in 1968 ontwierp. Het werd door NS ingevoerd begin jaren ’90, toen onder leiding van de Amsterdamse typograaf Paul Mijksenaar – die een autoriteit op wereldniveau is op het gebied van bewegwijzering – de huisstijl van NS onder handen werd genomen. Bij de blauwe borden met witte belettering en verlichting van binnenuit is de spatiëring door verbreding iets aangepast om de overstraling door het licht te weerstaan en de leesbaarheid te handhaven. Deze letter heet binnen NS dan nu ook ‘NS-sign’.

In de stationshal, bij de fietsenstalling en bij de ingang naar het tunneltje aan de zuidzijde van het perroneiland zijn verzamelschermen te vinden. Typografisch zijn die nu tot rust gekomen en hoor ik alleen de opmerking dat deze schermen wat aan de kleine kant zijn.

   
Verzamelscherm met treininformatie voor het komende half uur
 

De treinaanwijzers in Bussum zijn al iets langer vervangen door beeldschermen. Op de perrons hangen deze grote schermen naast het spoor. Ook daar is de typografie nu tot rust gekomen. Toen deze beeldschermen verschenen was de typografie nog niet uitontwikkeld en de leesbaarheid aanzienlijk minder. Er verscheen aanvankelijk een ander lettertype en het ging toen nog om witte teksten tegen een donkerblauwe achtergrond, maar die kleurstelling heeft veel last van spiegeling van de afdekruit, waardoor de leesbaarheid sterk verminderde.

Gebrek aan eenheid is er ook, onder andere aan de westelijke kant van het spoor, waar nu het Q-Park-terrein is. Bij de ingang allerlei bewegwijzering en ijkpunten, zoals een uurwerk. Het gaat hier om een parkeerterrein dat past in de ‘park and ride-aanpak’. Dus zien we hier ook weer de signing met P+R. Maar waarom zijn nu niet dezelfde lettertypes gebruikt in de borden die slechts enkele meters bij elkaar vandaan staan?

       
 
   Op enkele meters afstand geen eenheid; zie bijvoorbeeld de letter R.

Leesbaar zijn deze aanduidingen wel; of dat onder alle omstandigheden ook zo is bij het paneel dat aangeeft of er nog parkeerplaats vrij is, valt nog te bezien. Vooral ’s avonds is te verwachten dat de LED-verlichting van het woord VRIJ zichzelf overstraald, te veel licht geeft; dan halen we de boodschap uit de kleur groen. De vormgeving van het woord gaat uit van een erg grof raster, dat technisch allang niet meer noodzakelijk is.

 

 
 Het massief van de letter is maar 4 ‘pixels’ breed, bij de I zelfs maar 3, dat geeft geen mogelijkheid tot verzorgde lettervormgeving.
 

 

 

De treinreiziger gebruikt voor zijn oriëntatie minstens zo veel objecten die niet met het spoor zijn verbonden. Unieke details aan gebouwen leveren minstens zoveel kenmerkends op.

 

 

 

 
 
De wijde spatiëring maakt er meer een verzameling letters van dan twee woorden

 

 

Sinds ongeveer 1990 zit aan de Slochterenlaan de Uitgeverij Coutinho, gespecialiseerd in uitgaven voor het wetenschappelijk onderwijs. In hun boeken waren ze jarenlang typografisch niet echt sterk. De mooi uitgevoerde, stijlvolle belettering van hun voorgevel suggereert nu meer, alhoewel het mij niet duidelijk is waarom hun naam zo ruim gespatieerd is.

 

   
Kenmerkend door de extreem hoge horizontalen in A en E en de lange staarten van de P en de neerhalen aan K en R.
 

 

 

 

Als oriëntatiemiddel bekend bij massa’s treinreizigers is al decennia lang de prachtige belettering van de kapper aan de Stationsweg, ook herkenbaar als de reiziger het station Naarden-Bussum met hoge snelheid passeert. Voorheen zaten de zonneschermen een beetje in de weg, tegenwoordig is dat een frame met reclame, maar hoe dan ook: dit is een voorbeeld van monumentale belettering. Dit zegt al ruim 65 jaar méér dan alleen dat je daar je haar kan laten knippen; dit straalt karakter uit.

 

 

 

 

 

Maar een paar deuren verder, in het rijtje met cafés en restaurants is een net herbouwd pand, dat nu te huur is als horecalocatie. Bovenin zit de oorspronkelijke steen met het bouwjaar die moeilijk te zien is door de erg egale kleur.

 

 

   
De goede zorg of romantiek van een nachtelijk bed wordt bijna teniet gedaan door kille zakelijkheid van het lettertype.
 

 

 

 

 

Nog een deur verder zien we een pand dat ook al heel lang logies verschaft, getuige de geveltopsteen. Het heilzame van een goede nachtrust is vastgelegd in een bijna onaangenaam strakke schreefloze letter, die wel tijdeigen lijkt te zijn.





 
 
Stevige schreven, ook mooi bovenop de A, waarbij de eerste regel wat vetter is dan de derde en ook van een ander lettertype, zoals aan de schreven is te zien. Kenmerkend hier is de B en ook de hiel in de J, sierlijk ruimte gevend aan de punt.

 

 

Op hetzelfde rijtje zat vroeger duidelijk een vooraanstaande sigarenwinkel; de gebruikelijke nering in de stationsomgeving. De klassieke naamborden van J. Lub, vergulde teksten achter glas, stralen nu nog uit hoe hoogwaardig die kwaliteit was.




   
Tegeltableau van Bensdorp, uitgevoerd in een wat ijle letter, met nauwelijks waarneembare schreven, maar mooie neerhalen bij de R; de gelede hechting van de K maakt er een hoge letter van; de S helt iets achterover.
 

 

 

 

 

Vlak voor de hoek zit op Stationsweg 6 nu Café De Jaargang. Bovenin in dit pand zit een klassieke betegeling met aanprijzing voor Bensdorp’s cacao en chocolade. Bovenin dit tableau staat het woord Theobroma, de Latijnse naam voor de botanische plantengroep waar de cacaoboom toe behoort. Direct daaronder de wapenschilden van Venezuela, Java in toenmalig Nederlands-Indië en Columbia: belangrijke cacao-productiegebieden voor Bensdorp.

 

 

 
 
Vooral kenmerk voor het tijdvak zijn de dun/dik-verschillen in bijvoorbeeld de letter O en ook in de C en de U; niet te lobbig.

 

 

 

Even verder, op de hoek met de Generaal de la Reyweg, zien we dan wat nu een tapas-bar is, maar het meest bekend door de betegeling voor de reclame van Van Houten’s Cacao uit Weesp.

 

 

   
Grove contouren zonder uitwerking in horizontale delen, toch maar op één manier te lezen.
 

 

 

 

De treinreiziger vindt op de Vlietlaan weinig (meer) dat herkenning biedt. Eén opmerkelijk punt is er nog, alhoewel ik niet weet hoe lang nog, want het pand is al te lang niet meer in gebruik. Het gaat om de IJssalon Dolomiti; op Vlietlaan 6 lieten ze indertijd hun naam in hout uitwerken bij het bovenlicht van de winkelruit.






 
 
Herinneringsplaquette in stationshal: gebrek aan contrast en omgevingslicht beperkt de leesbaarheid.



Wie op het station Naarden-Bussum uit de trein stapt kan nog wat interessante typografische details vinden, te beginnen in het stationsgebouw zelf.

In de hal zit onder andere een bronzen plaquette, ter herinnering aan de elektrificatie van de spoorlijn in 1946. Bij die gelegenheid werd in de voorgevel van het stationsgebouw serie gebrandschilderde ramen aangebracht, geschonken door dankbare inwoners van Naarden en Bussum. De gedenkplaat die dit toelicht is gegoten en vertoont een mooi gezette strakke schreefloze letter. Goed is te zien dat deze letter in dit formaat goed leesbaar is, maar dat het gebrek aan contrast en omgevingslicht het niet makkelijk maakt. Op papier, in een voor drukwerk gangbare lettermaat, zou het veel moeilijker leesbaar zijn.

 

 

 

 
Ook hier weer mooie dun/dik-verschillen; het doet bijna naweeën vermoeden van de art deco-stijl. Let op het cijfer 8; zo waren ook de oorspronkelijke huisnummers uitgevoerd van de Amsterdamse Rivierenbuurt uit dezelfde tijd.
 

 

 

 

Aan de buitenkant is de meest unieke typografie te vinden in de uurwerken in de opbouw van het stationsgebouw, dat werd ontworpen door spoorwegarchitect H.G.J. Schelling en in 1926 werd geopend. Aan twee zijden zijn in tegels de wijzerplaten uitgevoerd in kenmerkende typografie voor die tijd. Bij wijze van spreken is het cijfer 7 op de wijzerplaat de enige schuine lijn in het hele stationsgebouw.





 
 
Stevige schreefloze letter in standaard uitvoering, gelukkig gespaard van grafiiti.

 

 

 

 

Loopt de wandelaar de Stationsweg op, dan is in het begin, op huisnummer 34b, een ‘eerste steen’ te vinden uit 1934.

 

 

 

 
Correct gebeiteld; indien nu netjes met wat zwarte verf ingevuld ziet het er voor jaren weer prima uit.
 

 

 

 

Als de wandelaar hier de spoorbaan kruist, is aan de linkerzijde, aan het eerste pand aan de Nieuwe ’s-Gravelandseweg, op nummer 1b, waarin nu Krijco zit, de ‘eerste steen’ te vinden die daar in 1929 werd geplaatst door de elfjarige J.G. Heijen. Historisch aardig, maar met nu een wat armetierige uitstraling.




 
 
Een robuust sieraad.

 

 

 

Een paar deuren verder, op nummer 3, is het huisnummer bijzonder vormgegeven: als deurgreep van Uitgeverij Thoth.

 

 

 

 

 

 
Goed in balans opgezet, in de letter Garamont
 

Het vervolg van de route langs het spoor naar het zuiden, brengt de wandelaar op de Lindenlaan. Op nummer 16 vinden we daar het huis Lindenrode, waarvan de naam erg mooi geschilderd staat op de luifel boven de voordeur. Klassiek van stijl, alhoewel het hier gebruikte lettertype echt bedoeld was voor drukwerk. Het is de mooie letter Garamont die hier strak is neergezet; in zetwerk zou de spatiëring wat anders zijn, want de letter I staat iets te vrij ten opzichte van de omringende letters L en N, maar in dit grote formaat is het minder storend dan in drukwerk van de gangbare leesformaten. Dit lettertype wordt meestal aangeduid als Garamond, genoemd naar de vroeg 16e-eeuwse Franse lettersnijder Claude Garamond. Begin 20e eeuw werd door de Amerikaanse typograaf Frederic Goudy voor de Monotype Corporation deze letter hertekend en opnieuw uitgebracht (voor loodzetsel) onder de naam Garamont; die uitvoering had iets andere dun/dikverschillen, hellingen en boogvormen; zo minuscuul dat het alleen door vergelijking is te vinden. Bij Lindenrode zijn een aantal aspecten zoals de boogvorm van de D aanleiding om hier deze Garamont vast te stellen.

 

 
 
Volslagen duidelijk, maar toch ook erg rommelig; waardoor de kwaliteit van het geheel daalt.

 


Een eindje verder, op nummer 8a, is het huis met de naam ‘Lindeoord’ te vinden. De naam staat in smeedwerk op de gevel. Ook als leek zie je dat er iets niet deugt aan deze vormgeving. Terwijl we allemaal elke dag lezen en schrijven, is het soms toch moeilijk om direct te benoemen waar de fout zit. Maar hier is het helder: de L, de N, de E en de R zijn uitgevoerd als kapitalen (hoofdletters), terwijl de I en de twee d’s zijn uitgevoerd als onderkastletters (kleine letters). De hoofdletter I heeft geen puntje en de hoofdletter D heeft geen stok. Oftewel: een rommelig geheel, wat moet je daar nu verder van vinden?



Aangekomen bij de Spiegelstraat kunnen we die snel doorsteken, want daar zijn geen typografische bijzonderheden te vinden. Maar die zijn er bijna tot slot wel op de plaats waar de Spiegelstraat kruist met de Herenstraat, op en rond de gebouwen van Bensdorp.

   
Stevige schreven en beperkt dun/dik-verschil; zeg maar gewoon ‘chocoladeletters’.
     

Pal naast de spoorwegovergang, aan het pand Herenstraat 51, is een aantal gevelstenen en plaquettes bijeen gebracht die afkomstig zijn uit andere en oudere panden van de bedrijven waaruit Bensdorp is ontstaan of die door hen zijn overgenomen.

Zo zit daar aan dezelfde gevel het bronzen naambord van Blooker, zonder enige verdere aanduiding. Dat heeft betrekking op de voormalige Blooker Cacao-en Chocoladefabriek, die lang aan de Omval in Amsterdam was gevestigd. In 1962 werd dat bedrijf door Bensdorp overgenomen en in 1964 werd de Amsterdamse vestiging geslote. Bij Blooker was niet echt van één huisstijl sprake, maar de naam met de sterk versmalde letters O kwam wel vaker voor.

 
 
Klassiek beitelsteekwerk in harde natuursteen; de kristalstructuur van de steensoort is de aanleiding tot het ontstaan van schreven.

 

Opvallende betonkunst is waarschijnlijk de guirlande boven de ramen van het oude directiekantoor. Daar is op de strik te zien het bouwjaar Anno 1949, met in het midden de omlijste en gekroonde B van Bensdorp. Zakelijke letterkeuze, in een bouwstijl die echt kenmerkend is voor de wederopbouwarchitectuur.

Het oudste typografisch object in Bussum is zonder veel twijfel de gevelsteen met de tekst ‘Int Lam’. Het is een gevelsteen waarvan mij verteld werd dat deze afkomstig is uit een oud Amsterdams pand, waar de cacaofabriek Blooker vroeger opslagruimte had voor cacaobonen.



 
Wat Fennis deed is niet af te leiden uit de belettering.
 

 

 

De laatste typografische opmerkelijkheid langs het spoor is te vinden in de Nieuwe Spiegelstraat. Aan de achterzijde van het pand op nummer 20 staat nog een oude reclameschildering in de vroeger veel voorkomende strakke, kaal-zakelijke typografie; met een telefoonnumer dat makkelijk is te onthouden.

En hier eindigt de typografische reis langs het spoor.

 



Alexander Overdiep (1951) woont sinds 1993 in Bussum. Als adviseur is hij bezig met kennisoverdracht en marketing rond industriële innovaties. Hij doceert aan de TU Delft over maatschappelijke aspecten van technologische innovaties. Zijn achtergrond is communicatiewetenschap. Daarbinnen heeft hij bijzondere belangstelling voor de effecten van typografie. Als voormalig bestuurslid en medewerker van de Bond Heemschut combineert hij dat met zijn betrokkenheid bij erfgoedbehoud. Daarnaast is Alexander Overdiep lid van de Gemeenteraad van Bussum.