Karel de Bazel (1869 – 1923)
Karel de Bazel werd in Den Helder geboren, maar kreeg zijn opleiding tot architect aan de Rijksacademie voor Bouwkunst in Den Haag. Daarvoor was hij in de leer geweest bij een timmerman, wat betekende dat hij een volleerd bouwvakker was. In opdracht van de beroemde architect Pierre Cuypers begeleidde hij in 1891 als opzichter de bouw van de St.-Vituskerk in Hilversum. De Bazel ontwierp niet alleen gebouwen, maar ook meubels, tapijten, serviezen, glaswerk en zelfs postzegels. Beroemd is de wieg die hij in 1909 voor prinses Juliana ontwierp en waarin daarna alle Oranje-prinsjes en prinsesjes de eerste maanden van hun leven hebben geslapen.
In 1901 verhuisde De Bazel naar Bussum, waar nog altijd veel van zijn werk te zien is. Een van zijn bekendste werken is de Hofstede Oud-Bussem aan de Flevolaan in Bikbergen. De Bazel had een heel eigen visie op de rol van de architect. Die moest een bouwmeester zijn in de ware zin des woords, een kunstenaar die de wereld mooier en beter moest maken. De Bazel ontwierp een groot aantal villa’s voor de rijken, maar hij bouwde ook voor de armen. In Bussum ontwierp hij arbeiderswoningen in de Godelindebuurt (onder andere Huizerweg, Adelheidstraat, Keizer Ottostraat en K.P.C. de Bazelstraat) en ook het eerste bejaardentehuis van de Godelindestichting aan de Huizerweg (gesloopt in 1968).
Maar zijn belangrijkste werk is in Amsterdam te vinden: het enorme gebouw van de Nederlandse Handel-Maatschappij aan de Vijzelstraat, dat tegenwoordig onderdak biedt aan het Stadsarchief van Amsterdam. De Bazel overleed halverwege de voltooiing daarvan in 1923 als gevolg van een longziekte.