Johannes Negrijn (1886-1967)
Johannes Negrijn was de zoon van een sigarenmaker uit Schoten. Ook hij begon zijn loopbaan als timmermansleerling. Via avondstudie schopte hij het tot opzichter. In 1916 trad hij in dienst bij het bureau van Kruisweg in Bussum. Via die betrekking kwam hij in 1918 in Hengelo terecht voor een stage van een halfjaar op het bureau van Kruiswegs compagnon Van der Goot. Terug in Bussum werkte hij bij Kruisweg onder andere aan de Gemeentelijke ULO aan het Wilhelminaplantsoen, die in 1921 haar deuren opende.
In 1925 begon Negrijn voor zichzelf. Zijn eerste opdracht was een landhuisje aan Huizerweg 67 dat nog steeds te bewonderen is. Hij had geluk: juist in die periode kwam het Brediuskwartier tot ontwikkeling en Negrijn heeft dan ook, net als veel van zijn collega’s geïnspireerd door de Amsterdamse School, niet minder dan 120 villa’s, landhuizen en twee-onder-een-kap woningen in het Bredius gebouwd. Een mooi voorbeeld daarvan is de dubbele villa op de hoek van de Brediusweg en de Bilderdijklaan: veel baksteen, steile daken, gedekt met grijze pannen, en brede overstekken.
Heel typerend zijn ook de dubbele villa’s die hij in 1936 aan de net aangelegde Frederik van Eeden weg bouwde. Twee jaar later bouwde hij vlak daarbij een serie heel wat bescheidener woonhuizen aan de Huizerweg 88-112.
Aan de andere kant van de spoorlijn ontwikkelde Negrijn in opdracht van de gemeente Naarden een bebouwingsplan voor wat wij nu kennen als het Ministerpark, waar nog eens 99 woningen van zijn hand in landhuisstijl verrezen.
Maar Negrijn werkte ook voor de middenstand: zo is het rijtje winkels uit 1929 aan de Huizerweg 16-22 van zijn hand, en ook het fraaie pand, eveneens uit 1929, van drukkerij Märkelbach aan de Kapelstraat 21. Negrijn kan gerust de meest productieve architect van Bussum worden genoemd.