Contactblad van de Historische Kring Bussum, jaargang 4, nummer 3, december 1988) pag 5-8
De laatste dag van het jaar
Ina de Beer
Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting
In ons gezin bestaande uit vader, moeder en twaalf kinderen, zes jongens en even zoveel meisjes was oudejaarsavond een gezellig gezinsfeest. Maar voor het zover was kreeg een ieder van ons wel een taak toegewezen. De mijne bestond onder meer uit het schrijven van kerst- en nieuwjaarswensen. Vader zat in zijn grote armleunstoel aan de grote tafel met uitschuifbladen en ik behoorde dan naast hem te zitten. Het schrijven van brieven en kaarten doe ik nog steeds met veel plezier. Maar onder het toeziend oog van vader was het toch anders. Onder meer stond hij erop dat degene die een positie had bereikt op de maatschappelijke ladder, de titel kreeg die hem toe kwam. Aan de hand van een zakagenda zocht ik naar de juiste omschrijving, zonodig raadpleegde ik het telefoonboek.
Pas dan kon ik de envelopjes schrijven, in de jaren veertig waren deze zeer klein van formaat. Vader zag er dan ook op toe dat ik de postzegel recht boven in de hoek plakte zodat die niet in het gedrang kwam met het adres. Nadat vader de adressen gecontroleerd had, schreef ik de wensen op de kaartjes, in de meeste gevallen het gebruikelijke "Zalig Kerstfeest en Zalig Nieuwjaar". Op de achterkant van het kaartje: Familie G.H. de Beer. Mijnheer pastoor en de heren kapelaans maar ook de huisarts en de accountant van wasserij "De Waschkoning" en zeker niet te vergeten onze kantoorjuf -de nog in leven zijnde mevrouw J.C. Vlieg- zullen wel nooit geweten hebben hoeveel zorg de dochter des huizes hier aan besteed heeft. Voor de familie werd de post tijdig op de bus gedaan, niet te vroeg maar ook niet te laat. De wensen voor de omwonenden werden door ons in de brievenbus gedaan.
Smullen van de kaantjes
Oudejaarsdag stond moeder tijdig in de keuken om het beslag te maken voor de oliebollen en appelbeignets. De goudreinetten werden geschild en daarna in plakken gesneden nadat eerst het klokhuis verwijderd was. Moeder droeg zoals altijd bij het bereiden van de maaltijd een wit jasschort. De bovenkant van de uit twee delen bestaande keukendeur werd opengezet. Moeder had dan geen hekel aan de baklucht, maar die geur door het hele huis had zij toch liever niet. De jongsten waren vanzelfsprekend van de partij en zaten op de stoel om de keukentafel. Het duurde niet lang of de eerste oliebollen lagen op de schaal. Nadat moeder geproefd had of de smaak goed was en er vooral op lette dat de oliebollen ook gáár waren, mochten de kleintjes smullen van de kaantjes.
Daarna had moeder liever dat zij naar de huiskamer gingen, bezorgd als zij was dat de kinderen te dicht bij de pan met het hete vet zouden komen. Zij kon dan rustig doorgaan en na enige tijd waren de schalen gevuld met oliebollen en appelbeignets. Het beslag was op en moeder vond het dan ook welletjes ... De volle schalen werden op de kelderplank gezet. Moeder waste haar handen en deed de witte jasschort uit. Dan was het de beurt aan de kinderen om zoals moeder het noemde: "De keuken weer aan kant te maken." In de huiskamer rustte zij uit onder het genot van een kopje thee.
Zeer goed herinner ik mij hoe moeder haar beide handen om het kopje geklemd hield, een gewoonte die ik ook mijzelf eigen heb gemaakt. Maar voordat in ons gezin gesmuld kon worden van al het lekkers dat op de kelderplank stond, was het gebruikelijk dat wij na het avondeten -grutjes met stroop- eerst naar de kerk gingen om het oudejaarsavond-lof bij te wonen.
Drie Heren
Het plechtige oudejaarsavond-lof in de kerk van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand (thans Koepelkerk) werd door zeer veel parochianen bijgewoond. De kerk was dan ook overvol. Extra stoelen werden aangedragen, toch moesten nog veel mensen achter in de kerk genoegen nemen met een staanplaats. In die tijd werden de plaatsen nog verhuurd. Het kwam veelvuldig voor dat de eigenaar van een plaats op het laatste moment de kerk in kwam. De reeds door een ander ingenomen plaats behoorde uiteraard met veel tegenzin dan te worden verlaten. Gelukkig kwam in later jaren verandering in deze situatie. Door ervaring wijzer geworden werden de plaatsen vrij gegeven, wat vanzelfsprekend ook voor de nachtmis gold. Na tientallen jaren herinner ik mij nog exact de plaatsen die moeder had gehuurd: dicht bij de pilaar rechts in de kerk. Voor vader leverde een plaats geen moeilijkheden op, hij was collectant en maakte gebruik van de collectantenbank.
Bij zijn 40-jarig jubileum mocht vader de "Pro Ecclesia Pontifice" in ontvangst nemen. De leden van het kerkbestuur namen plaats op de bank vóór de collectanten, terwijl de eerste rij met donkerrood beklede stoeltjes bestemd was voor de zusters, zij woonden in het zusterhuis "Sint Jozef" aan de Eslaan. Als de parochianen plaats zochten en het orgelmuziek luid door de kerk galmde werden op het altaar door de koster vele kaarsen ontstoken. Het plechtige lof kon beginnen ... Pastoor G.J. van Schaik en de heren kapelaans P.G.A. Swildens en Pierik betraden -voorafgegaan door acolieten en misdienaartjes -het altaar. Ik herinner mij dat vader soms gekscherend zei -als ik mopperde dat een plechtig lof met drie heren zo lang duurde, dat het dan juist vlug af gelopen was. Het tegendeel was echter waar.
Pastoor P.J. van Schaik |
Donderpreek
Na enkele plechtig gezongen latijnse liederen hield mijnheer Pastoor zijn oudejaarsavond-preek, door velen een donderpreek genoemd. Hij liet het afgelopen jaar de revue passeren, noemde het aantal kinderen dat gedoopt was, ook van hen die op latere leeftijd gedoopt werden. Het aantal kinderen dat hun Eerste en Plechtige Heilige Communie had gedaan werd door mijnheer Pastoor nauwkeurig vermeld. Hetzelfde gold voor de toediening van het heilige Vormsel. Het is anno 1988 nauwelijks voor te stellen, maar ook van het aantal heilige hosties -in dat jaar uitgereikt- werd mededeling gedaan. Een overzicht van het aantal gesloten huwelijken ontbrak evenmin. Zelfs van de gemengde huwelijken -huwelijken met dispensatie gesloten- werd melding gemaakt. Tenslotte sprak mijnheer pastoor over de nonpaschanten, het niet vervullen van de paasplicht. Hij eindigde met het noemen van de namen van parochianen die in dat afgelopen jaar waren gestorven. Gezamenlijk werd gebeden voor hun zielerust. Dat was tevens het einde van de preek.
Mijnheer pastoor begaf zich weer naar het altaar waar het plechtig Lof werd voortgezet. Bij al deze plechtigheden en latijnse gezangen ontbrak vanzelfsprekend de wierook niet, een aangename en indringende geur, zeer sfeervol. Dan was het moment aangebroken dat pastoor Van Schaik met de monstrans -waarin het Allerheiligste- in zijn handen, de gelovigen zegende. Daarna beklom hij voor de laatste keer de preekstoel om allen "een zalig uiteinde en een gezegend nieuwjaar" toe te wensen. Onder leiding van organist, de heer Jan de Wit, zong het koor het "Te Deum" van harte meegezongen door de gelovigen. De pastoor en de heren kapelaans verlieten voorafgegaan door de acolieten en de misdienaars het altaar. Terwijl de orgelmuziek door de kerk galmde, verlieten ook de gelovigen de kerk. Buiten werden onderling wensen uitgewisseld. Nadat iedereen naar huis was gegaan om in familiekring de oudejaarsavond door te brengen, lag het kerkplein er koud en verlaten bij.
In die jaren: Kerk van Onze Lieve Vrouwe Altijddurende Bijstand.
|
Oude jaarsavond
Bij ons thuis was het bijzonder gezellig, met spelletjes en kaarten werd de avond doorgebracht. Speciaal voor die avond had moeder vruchtenbowl gemaakt in de grote glazen terrine. Vader genoot van zijn glaasje citroenjenever, waaraan enkele schepjes suiker waren toegevoegd en moeder van een glaasje advocaat. Maar de wijzers van de klok werden door ons in de gaten gehouden, doch moeder vertrouwde meer op het tijdsein van de radio. Eindelijk.....het was vijf voor twaalf....vier....drie....twee.... één.. ja hoor, daar hoorden wij de twaalf slagen. Veel wensen en kussen werden in de familiekring uitgewisseld.
Daarna gingen de kinderen naar buiten want op het plein voor ons huis aan de Mecklenburglaan, kwamen andere kinderen uit de buurt met kerstbomen aan slepen.Onze kerstboom was daar niet bij want het was traditie dat op 6 januari de Drie Koningen aan de stal werden toegevoegd. Vanzelfsprekend bleef de kerstboom dan ook nog staan. Nadat de bomen op het plein in brand waren gestoken werden er rotjes en ander knallend spul in gegooid. Tijdens het knetteren van de kerstbomen dansten de jongens en meisjes in een kring, zingend: "Het oude jaar is weggeschoten, pief paf poef, het nieuwe jaar is aangebroken, ha ha ha. De buren keken van achter de gordijnen naar het spektakel, ook zij vonden het wel leuk. Na afloop ging iedereen weer naar huis.
Ouderlijk huis: Mecklenburglaan |
Gods zegen
Bij ons was het gebruikelijk om -knielend voor onze stoelen- met het gezicht naar het Heilig Hart beeld dat in een hoek van de kamer op een console stond, te bidden. Moeder bad voor: Vijf keer het Onze Vader en vijf keer Wees Gegroet om Gods zegen te vragen voor ons gezin. Voor de overledenen volgde het gebed: "Heer, geef de gelovige zielen de Eeuwige rust; het eeuwige Licht verlichte hen, dat zij mogen rusten in vrede, Amen.
Na het kruisteken stonden wij op, draaiden de stoelen om en in een ommezien zat iedereen weer aan tafel. Dat had een bedoeling. .... Want het was ook een traditie om die nacht af te sluiten met een hartig hapje. Die herinnering ligt smakelijk in mijn geheugen. Twee grote met huzarensalade opgemaakte delftsblauwe schalen werden op tafel gezet waarna de bordjes gevuld werden. Totdat de kleinsten moe maar voldaan naar bed gingen. De groteren ruimden de tafel af en het duurde niet lang of de hele familie was in diepe rust.
Lang slapen was er niet bij want hoe begon een katholiek gezin in die dagen de eerste dag van het nieuwe jaar. Precies......met het bijwonen van de plechtige hoogmis op nieuwjaarsdag.