De Hoed van de Huizerweg
In mijn jeugd was het heel gebruikelijk dat mannen maar ook vrouwen voorzien waren van een hoofddeksel. Het dragen van een pet of hoed was enigszins seizoensgebonden. Heren droegen meestal een vilten hoed, dames zag je met vele fantasierijke hoeden. In de winter deed ook de jeugd mee met een ijsmuts met bolletje of een nauw sluitende schaatsmuts naar het model van Ard Schenk. Daarnaast waren er verschillende beroepsgroepen die feitelijk niet konden zonder hoed of pet.
Prinsjesdag en Koninginnedag waren de uitgelezen momenten om te zien wat 'en voque' was bij het Koninklijk huis en in de betere kringen. Politiemensen, personeel van de NS, verpleegsters, taxichauffeurs, militairen, begrafenispersoneel en Rooms katholieke geestelijken waren ook herkenbaar aan hun typische hoofddeksels en sluiers die zich in het algemeen niets aantrokken van het heersende modebeeld.
Op trouwfoto's van oudere familieleden kon je ook zien dat een hoge zwarte hoed een gebruikelijke, formele uitmonstering vormde, voor de bruidegom. Soms kon je in Bussum ook wel eens een vrouw uit Huizen tegenkomen die voorzien was van de grote, witte, kanten muts, behorend bij de traditionele klederdracht van dat dorp aan de rand van het Gooi.
Mijn vader was bijzonder gehecht aan zijn verschillende hoeden en in mijn jeugd was het gebruikelijk dat mannen in diverse gevallen even hun hoed 'afnamen', lichtjes beroerden als ze een bekende of hoger geplaatste tegenkwamen. Voor militairen gold salueren dan als een verplichting. In kerken was het voor mannen gebruikelijk de hoed af te zetten. Je zou kunnen spreken van een 'hoeden etiquette'.
Het kopen van een hoed was een persoonlijke zaak, maar toch durfden enkele zussen van mij het aan een nieuwe hoed als Sinterklaascadeau voor mijn vader te kopen. Een gewaagde affaire die was ingegeven, om de in hun ogen weinig fraaie zondagse hoed, te vervangen voor een mooier, meer gekleed exemplaar. Algemeen is bekend, dat je een man niet echt een plezier doet als je hem een pijp, aansteker, een zakmes of een hoed cadeau doet. De keuze is heel sterk smaak- en persoonsgebonden !
Een bekend adres voor Herenmode en ook voor hoeden, werd in mijn jeugd gevormd door de firma Huibers op de Huizerweg, richting Vredekerk en het Bussumse winkelhart. Met grote witte letters stond de naam boven de ingang van het pand aangegeven. De herenmodezaak was gelegen aan de Huizerweg, schuin tegenover de ijzerwinkel van 'Wortel', de zaak waar ik mijn eerste handige padvindersmes kocht en dat ik na vele jaren nog steeds koester.
De aankoop van de hoed werd geen succes en ofschoon de zwarte hoed met brede rand, mooi verpakt was in een grote doos met vloeipapier, kon ook de bijgevoegde, olijke rijm mijn vader niet overhalen de hoed definitief te dragen. We vonden hem jaren later, bij het opruimen van het ouderlijk huis, onaangeroerd terug. Huibers trof geen blaam ! Mijn vader wilde zijn dochters niet 'voor het hoofd stoten' en het cadeau ruilen. Het hoekpand van Huibers, met de grote witte letters, zou in mijn herinnering altijd blijven hangen als een uiterst correcte herenmodezaak die ongewild geen hoofd kon bieden aan de hoedenkeus van mijn vader.