Bussums rookgenot
De Fransman Jean Nicot die rond 1560 tabak als medicijn naar Europa stuurde, zou niet hebben kunnen vermoeden, dat het roken van tabak, zo'n grote vlucht zou nemen. Eeuwen later zou een jongetje uit Bussum ook stiekem zijn eerste sigaret opsteken maar dan als 'genotsmiddel'. De eerste kennismaking met het roken beviel slecht en ik hield er branderige ogen en een misselijk gevoel van over. Het zou tot in de tachtiger jaren duren voordat duidelijk werd dat roken een slechte invloed had op de gezondheid.
Voor die tijd was roken een algemeen gebruik. Wachtkamers, treincoupés, horecagelegenheden en ook in huiskamers, overal zag je asbakken. Daarnaast hadden wij thuis een 'rookstoel' met een verstelbare rugleuning. In reclames en advertenties zag je ook dat het roken werd voorgesteld als iets dat gezelligheid, volwassenheid en stoerheid meebracht. Je moest als jongen dus wel sterk in je schoenen staan, om het rookritueel, als een soort initiatie voor de volwassenheid, niet mee te beleven. Roken was vroeger dus totaal geen taboe ! In cartoons werd het roken van een dikke sigaar wel gezien als het statussymbool van de directeur, de kapitalist of de nabob. Ook rond de veehandel was een grote sigaar een onmisbaar attribuut. Werden sigaretten en 'zelfbouw-shaggies' meer gezien bij jongere mannen en bouwvakkers, pruimtabak en sigaren waren meer voor bedaagde oude mannen en heren van stand. Een pijp daarentegen was een opvallend gadget voor intellectuelen, studenten en zuinige plattelanders.
Mijn vader was een sigarettenroker en daarom kende ik ook de vele sigarenwinkels en plaatsen van sigarettenautomaten. Bussum had in mijn jeugd vele sigarenwinkels. Sigarenwinkel 'Reus' op de hoek van het Beatrix-plantsoen en de Huizerweg was voor ons een bekend adres. Bij het betreden van de zaak kwam de tabakslucht je al te gemoed. Niet onprettig, in tegenstelling tot de zware sigarenrook die je te verduren kreeg tijdens verjaars-visites. Asbakken werden direct geleegd en er moest veel 'gelucht' worden volgens mijn moeder, om weer terug te keren naar een frissere omgeving. Met een scheef oog werd ook naar de vitrage en het plafond gekeken. Daar hingen wassen en 'witten' in het verschiet. Het leek een onvermijdelijk lot verbonden aan het rookplezier.
Verlangend keek ik uit naar het moment waarop mijn vader RIZLA vloeitjes of een pakje sigaretten Captain Grant kocht. Om het roken te stimuleren had de producent er plaatjes bijgevoegd die in een album een aardig verhaal illustreerden. ' Op de lang deining ' was zo'n 'sigarettenalbum' en ik herinner me ook een boekje van Rinke Tolman over de Nederlandse vogels, dat je moest illustreren met zelf verzamelde plaatjes. Onderling ruilen met andere jongens completeerde de reeks van felbegeerde afbeeldingen.
Sommige sigarettenrokers beschikten over een ingenieus apparaat waarmee je zelf sigaretten kon maken. Het apparaat bestond uit een metalen doosje dat, als het was gevuld met een vloeitje en losse tabak, dichtgeklapt kon worden. Bovenop het doosje verscheen dan een complete sigaret. Eerder had ik zelf ook geprobeerd van oude peuken een sigaret te fabriceren. Deze 'Buk-shag' sigaretten bevielen slecht en mijn keus viel tenslotte op het roken van een pijp. Op de Vlietlaan bestond vroeger een kleine sigarenwinkel met een grote uitstalling van vele soorten pijpen en allerlei hulpmiddelen die de echte pijproker bij het roken diende te hanteren. Daar kocht ik mijn eerste pijp die ik vulde met 'Clan' een tabak die een heerlijke toffee geur verspreidde, maar waarvan je tijdens het roken zelf niets merkte. Mijn heimelijk genot kon zo niet onopgemerkt voorbijgaan en stond dus garant voor negatieve opmerkingen van mijn directe omgeving. Pijproken bleek een bijzondere vaardigheid te zijn en vooral het aanhouden van de pijp ,zonder dat het bittere sap via de pijpsteel je mond in kwam, bleek een hele kunst. Toch zou ik jarenlang pijproker blijven. Tenslotte gaf ik het roken op. Onlangs vond ik in een la nog enkele oude pijpen, die mij herinnerde aan het verdwenen rookgenot en mijn eerste stappen in een sigarenzaak om zelf een pijp te kopen. Elektrisch roken kan me niet bekoren en ik moet het nu doen met een zoete herinnering aan mijn Bussumse toffee-tabak.