Spoelen maar....
Het begon allemaal onschuldig. Uitdrukkelijk werd mij als kind gemeld dat er voor het slapengaan moest worden gewerkt aan; 'handen-gezicht-tanden'. Op het behoorlijk tandenpoetsen werd wel gelet, maar het kon niet voorkomen dat door de tandarts in de schooltandartsbus, een gaatje werd geconstateerd. Ik had de grote witte bus wel voor de school zien staan en met enige deemoed leerlingen erin zien verdwijnen.
Ook de demonstratie in de klas van het juist tandenpoetsen was weer eens wat anders dan taal- en rekenles. Vooral de 'oversized' tandenborstel die de tandartsassistente erbij gebruikte was indrukwekkend. Enige tijd later volgde het tandheelkundig onderzoek en de behandeling.
Via een metalen opstapje betrad ik de grote tandartsbus, waar de arts in witte jas al op mij wachtte. Gestrekt lag ik in de behandelstoel en keek in een lamp van het merk 'Ritter' met een dito icoontje. Lang duurde het rustig liggen niet en met een venijnig, haakvormig instrument werden de tanden gecontroleerd, nadat de tandarts eerst een spiegeltje op een staafje boven een vlammetje had verhit. Een gaatje werd snel gevonden en toen volgde de eerste tandartsbehandeling van mijn leven. De boor was bevestigd aan een hijskraan-achtige constructie en werd met lange draden aangestuurd.
Leuk was het allemaal niet, maar je hield je groot. Het boren in de tand deed je hele hoofd trillen en het dreinende, huilende geluid dat bij die behandeling werd geproduceerd, staat me nog steeds bij ! Ondertussen kreeg je moeite met slikken en dat terwijl de assistente bij deze kwelling ook nog een gorgelend zuigapparaatje hanteerde. Na het aanreiken van een bekertje water en het commando 'Spoelen maar' kon het opvulwerk beginnen. De tandarts kneedde eerst, in een soort rubberen vinger, de amalgaam waarmee het gaatje werd opgevuld. Thuis in de spiegel bekeek ik de zilvergrijze prijs die ik met mijn lijden kennelijk had verdiend.
Enige tijd later adviseerde onze eigen tandarts Dr. Stokhuizen, die zijn domicilie had aan de Frederik van Eedenweg mij een beugel. Zijn praktijk bevond zich op de eerste verdieping van het woonhuis en bood uitzicht op een waterpartij van 'Het Mouwtje'. De gebitsbeugel diende mijn voortanden netjes recht te laten staan en daartoe moest ik regelmatig terugkomen om het plaatje waaraan de draad was bevestigd, te laten aandraaien. Dokter Stokhuizen was de stereotype tandarts zoals de bekende Amerikaanse tekenaar Norman Rockwell wel afbeeldde. Correct, in smetteloos witte jas gekleed, voorkomend, met donkere bril, maar weinig spraakzaam. Veel woorden kon je ook als patiënt met zo'n open mond ook niet wisselen ! Uiterst vriendelijk, begripsvol en vol mededogen was zijn assistente, die opviel door haar grote gestalte. Dankzij de beugel kon ik later met een redelijk toonbaar gebit door het leven gaan. Mijn verstandskiezen raakte ik later echter kwijt en ook enkele kronen moesten voor een paar moeilijke gevallen uitkomst bieden. Na het dagelijks tandenpoetsen hoor ik in gedachte nu nòg de echo van mijn Bussumse tandarts :“Spoelt U maar” :)