Bussum historisch tijdschrift, jaargang 32, nummer 2 (september 2016), pag 18-20
Biografie van de Wilhelminafontein
Virginia Pinto Masís
Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
De illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting
Onthulling Wilhelminafontein september 1898 |
De troonsbestijging van koningin Wilhelmina, de laatste telg van het Oranjehuis, werd op zaterdag 3 september 1898 overal in het land uitbundig gevierd. De voorbereidingen voor het feest waren in Bussum al begonnen in oktober 1897. Er was een feestcommissie ingesteld, die niet alleen werd belast met het programma voor het volksfeest, maar ook met het inzamelen van geld.
De collectanten, een aantal dorpsnotabelen, waaronder makelaars en zakenlieden, werden per wijk verdeeld en gingen van huis tot huis met voorgedrukte oranjekaarten. Er werd rond de 1600 gulden ingezameld, samen met 100 flesjes bier (!). Ook werd er een prijsvraag voor een blijvend aandenken uitgeschreven. Het winnende ontwerp in de vorm van een ‘bassin met obelisk en waterstralen’ werd beloond met ongeveer 45 gulden (in geld van nu: fl. 1250 of € 570). In die tijd verdiende een fabrieksarbeider tussen de 6 en 8 gulden per week. De beloning voor de winnaar was dus niet zo riant. De tekening en de naam van de ontwerper zijn helaas verloren gegaan.
Een dichte massa feestgangers
Medio juni 1898, amper drie maanden voor het feest, werd opdracht gegeven voor het vervaardigen en gebruiksklaar maken van het monument. Van het ingezamelde geld werden 800 gulden bestemd voor de fontein en de gemeente legde daar 1200 gulden bij. Omgerekend naar de bedragen van nu zou de fontein ongeveer fl. 60.000 of € 27.500 hebben gekost. Vergelijk dat even met de kosten van de restauratie in 1987 (fl. 104.000 of € 47.250).
Hoe werd deze dag het monument voor de nieuwe Koningin Wilhelmina gepresenteerd? In de Bussumse Courant werd in de jaren dertig dit historische evenement als volgt gememoreerd: “Terwijl het Wilhelmus weerklonk en het vriendelijk zonlicht de kleurige feestgewaden met zijn gouden glans overgoot, werd het omhulsel verwijderd en kon de dichte massa feestgangers een blij en krachtig ‘hoezee’ uitjubelen! ’t Was een treffend ogenblik en toen kort daarna zes breede waterstralen klaterend neerstortten in het ruime bekken, werd de jubel nog uitbundiger.”
De beeldtaal van de Wilhelminafontein
Wat zag de menigte toen, dat we nu niet direct zien? Welke betekenis had de fontein destijds voor het dorp, die we nu niet direct herkennen? We zijn door symbolen omgeven, zolang we ze willen zien en ze kunnen begrijpen. De beeldtaal van de Wilhelminafontein kan ons de ogen openen voor diepere betekenissen die ons nu misschien minder bezighouden dan toen.
We keren terug naar de onthulling van de Wilhelminafontein in 1898. Daar zag men in eerste instantie een uiterst modieus object, dat vervaardigd was in een stijl die was overgewaaid uit Duitsland en Oostenrijk, de Jugendstil ofwel Art Nouveau. Dat getuigde van een moderniteit die paste bij de jonge vorstin.
De fontein werd omrankt door een levensboom met een grillige en uitbundige ornamentiek, die op een zeer directe manier duidde op de genealogie van de Oranjes. Zoals daar zijn: heraldische wapens die verwijzen naar het rijk, de regio en de stad, evenals naar de belangrijkste voorvaderen van Wilhelmina; acanthusbladeren als teken van onsterfelijkheid en wijsheid; sinaasappelen die niet alleen refereren aan de familienaam maar ook aan de verhoopte nakomelingen voor het Koningshuis; water als symbool van de oorsprong van leven en bron van vruchtbaarheid.
De fontein was destijds een welkome toevoeging aan het dorpsmeubilair, een stijlvolle ontmoetingsplek voor een welvarende en uitdijende gemeente en als zodanig een manier om aan Bussum allure te verlenen.
De oranjeboom die de fontein omrankt |
De waterleidingmaatschappij
Men kan zich ook voorstellen dat de fontein voor de gemeente Bussum en de gemeenteraad een prestigeobject was. Levering van drinkwater via de waterleiding werd voor het eerst toegepast in Bussum in mei 1898, tien jaar na het eerste burgerinitiatief om een waterleiding aan te leggen en een paar maanden voor de onthulling van de Wilhelminafontein. De juist opgerichte Bussumse Waterleidingmaatschappij telde nog maar 100 aansluitingen. De rest van Bussum bleef gebruik maken van de traditionele welputten. Zelfs Frederik van Eeden, een van de oorspronkelijke initiatiefnemers, koos ervoor om bij het oude te blijven. Het is niet ondenkbaar dat het geschenk voor Wilhelmina tegelijkertijd een chique verkoopstunt van het nieuwe waterleidingsbedrijf was.
Grillige waardering
De fontein is in de loop van een halve eeuw verschillende keren verplaatst. In de jaren twintig wordt zij voor de eerste keer gerestaureerd en naar het Wilhelminaplantsoen verplaatst, eerst aan de zuidzijde en later aan de noordzijde, om in 1953 toch op de gemeentewerf terecht te komen. In 1987 vindt opnieuw een restauratie plaats, waarna de fontein uiteindelijk haar definitieve plek krijgt aan de zuidkant van het plantsoen. We moeten we ons wel realiseren dat de twee restauraties, waarvan de laatste het reliëf heeft laten vervlakken onder een laag verf, onze beleving en begrip van de beeldtaal van het monument hebben aangetast.
Dit alles toont wel aan hoe grillig de waardering van de Bussumers voor dit monument is geweest. Mooi of niet, de Wilhelminafontein was bedoeld als sieraad voor Bussum in een tijdperk waarin symboliek hoog in het vaandel stond. Een analyse van de vormentaal van de fontein kan ons helpen de intenties van de onbekende ontwerper van toen te begrijpen.
Er rest een aantal vragen: Wie heeft de Wilhelminafontein ontworpen en waarom of waardoor zijn de oorspronkelijke tekeningen verloren gegaan? Waarom werd de opdracht in een besloten vergadering verstrekt? Wat weten we van toen actieve beeldhouwers en uitvoeringsateliers die mogelijk betrokken waren bij de opdracht? Wordt vervolgd.
Bronnen:
- Chris Leenders, De Bussumse Waterleidingmaatschappij.Bussums Historisch Tijdschrift, 26/3 (aug. 2010) pp. 4 -13
- De Geschiedenis van Bussums fontein. A de B. in de Gooi- en Eemlander van omstreeks 1933.
- Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis IISG, http://www.iisg.nl/hpw/calculate-nl.php
- Sjaak van der Velden, Lonen bij de dekenfabriek van Zaalberg te Leiden, 1896-1902, in: Jaarboek der sociale en economische geschiedenis van Leiden en omstreken, nr. 24, 2012
- Stadsarchief Gooise Meren, Notulen vergaderingen Commissie inhuldigingsfeesten 1897-1898, inclusief besloten vergaderingen en bijlagen gemeentelijke rekeningen.