Tijmen B. Huurman
Huurman sloot zich al in 1940 aan bij de illegale Ordedienst. Hij werd op 1 september 1941 gearresteerd en overgebracht naar de Scheveningse gevangenis. In mei 1942 werd hij in het concentratiekamp Sachsenhausen gefusilleerd.
A.T. Huurman-Prins |
Tijmen Bastiaan (Tim) Huurman werd op 14 december 1891 in Groningen geboren.
Hij trouwde met Alida Prins. Zij kregen twee zonen en een dochter en woonden in Bussum in de Parklaan 8 en later in de Jacob Obrechtlaan 8.
Tim werkte als ingenieur bij Condor, een groot aannemersbedrijf in Amsterdam. Direct na de capitulatie sloot hij zich aan bij het LOF, Legioen Oud Frontstrijders. In 1941 fuseerde het LOF met de Ordedienst.
De Ordedienst (OD)
De Ordedienst, al kort na de capitulatie op 15 mei 1940 opgericht, was een van de belangrijkste illegale organisaties in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze organisatie bestond vooral uit beroeps- en dienstplichtige militairen, maar ook uit burgers die nooit in dienst waren geweest. Men verwachtte toen nog dat de Duitsers snel na de capitulatie Nederland weer zouden verlaten en dat er dan een ordedienst nodig zou zijn om de orde te bewaren en de geallieerden te helpen bij het machtsvacuüm dat dan zou ontstaan nadat de Duitsers waren vertrokken. Maar de Duitsers vertrokken niet...
Hierdoor veranderde de functie van de OD. Niet langer waren ze gericht op het bewaren van de orde, maar op het bieden van verzet tegen de Duitse autoriteiten. Dat deden ze op verschillende manieren: door het saboteren van Duitse treinverbindingen, telefoonkabels en spionage. Maar ook verzamelden zij informatie over de Duitsers die werd doorgespeeld aan de Nederlandse Regering in Londen.
De Duitsers kregen al snel in de gaten dat het ging om een grootschalige organisatie van minstens vierduizend leden, maar waarschijnlijk veel meer, die in staat was om gecoördineerde acties uit te voeren. Eind 1941 volgde dan ook een grote arrestatiegolf waarbij honderden leden werden opgepakt en vastgezet.
Gevangenschap
Tijmen hield zich binnen de OD vooral bezig met spionage. Hij verzamelde alle mogelijk gegevens op Duitse vliegvelden en elders die van belang konden zijn voor de Geallieerden. Hij werd op 26 augustus 1941 in Amsterdam gearresteerd en in eerste instantie gevangengezet in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam. Vandaar werd hij overgebracht naar het Oranjehotel, de Scheveningse gevangenis.
Hoewel het bezoeken van gevangenen verre van eenvoudig was, slaagde zijn echtgenote erin om, zonder dat ze de daartoe benodigde papieren had, haar man daar een uur lang te spreken. Ook kon ze hem nog een krantenbericht overhandigen waarin stond dat een van hun zoons de Elfstedentocht had uitgereden.
‘De 24 van Maastricht’
Veel gevangengenomen OD-ers werden vanuit het Oranjehotel in maart 1942 vastgezet in Kamp Amersfoort. Vierentwintig van hen, waaronder Tim Huurman, werden overgebracht naar de Kriegswehrmachtshaftanstalt in Maastricht. Dit Franciscaner klooster was in 1941 omgebouwd tot gevangenis.
Samen met drieëntwintig anderen werd Huurman tijdens een proces in Maastricht ter dood veroordeeld. Dit werd bekend onder de naam ‘De 24 van Maastricht’ of ook wel ‘Het proces Zomer’ naar J.J. Zomer, de leider van deze spionagegroep. Het proces vond plaats tussen het eerste OD-proces in maart 1942 (zie ook Pierre M. R. Versteegh) en het tweede, in februari 1943.
De opdracht in het boek wat door de verzetslieden
|
De houding van Tim, een van de ouderen van de vierentwintig, was opmerkelijk geweest. Vaderlijk sprak hij de jongere gevangenen moed in en ondersteunde hen. En hij was en bleef een organisator in hart en nieren. Zo wilde hij een verjaardagsfeestje organiseren voor Tine Knecht, de enige vrouwelijke gevangene. Zij hielp de medegevangenen met allerlei klusjes, zoals verstelwerk. Tine was de dochter van de Bussumse politieman Jan Knecht. Beiden waren, net als Fokke Bleeker actief binnen de verzetsgroep Groep Dubelaar.
Tine was op 2 augustus 1941 thuis in de 1e Achtermeulenlaan 4 opgepakt. Op 10 mei 1942 zou ze 24 jaar worden. Tim diende een verzoek in met hele lijst aan voorgestelde inkopen, van een veldboeket tot snoepgoed en tabak.
Tine’s verjaardag is nooit gevierd, want op 9 mei werden de mannen weggevoerd naar concentratiekamp Sachsenhausen-Oraniënburg. Wel gaven ze haar nog het boek dat ze voor haar hadden geregeld, Huurman hield een toespraakje, en ze aten taartjes in de tuin van het klooster.
Net als bij de ter dood veroordeelden bij het in maart ’42 gehouden ‘Proces der 72’ waren ook nu de ingediende gratieverzoeken afgewezen. In de vroege ochtend van 11 mei 1942 werden de mannen gefusilleerd op de executieplaats, de ‘schietkuil’ van Sachsenhausen. Hun lijken werden in het nabijgelegen crematorium verbrand.
Tim had in alle gevangenissen af en toe toestemming gekregen om naar huis te schrijven. In de nacht van 10 op 11 mei ’42 schreef hij zijn allerlaatste brieven, waarin hij afscheid nam van zijn vrouw en kinderen. (Red. Alle correspondentie is bewaard gebleven. Zie Bronnen 1.)
‘… echter had ik toch tot aan het laatste moment …. gedacht dat nog gratie zou worden verleend, het heeft echter niet zoo mogen zijn en is dit dus het einde van ons ingelukkig huwelijksleven’.
In de gevangenis van Maastricht had hij nog kans gezien door de Bussumse notaris Gerrit Ruys een testament op te laten stellen.
Strijdmakkers
Huurman en Versteegh hadden beiden een hoge positie bij de Ordedienst en woonden letterlijk bij elkaar om de hoek. Huurman in de Jacob Obrechtlaan en Versteegh in de Burg. ’s Jacoblaan in Bussum. Ze zullen elkaar gekend hebben.
Veel verzetsgroepen werkten onderling samen. Huurman (en misschien ook Versteegh) had contact met de Groep Dubelaar, waar Fokke Bleeker en Tine Knecht actief waren. Alle vier deze verzetsmensen zijn in de periode van 5 juli 1941 tot 12 september 1941 opgepakt.
Zeker is dus dat Huurman en notaris Ruys elkaar kenden.
Nationaal Archief 20 nov. 1954 |
Familiedrama
Tim’s zoon Piet (Marinus Arnoldus) Huurman was na zijn eindexamen aan de Gooise HBS in Bussum scheepsbouw gaan studeren in Delft.
Ook hij ging in het verzet. Samen met vijf medestudenten werd hij opgepakt en beschuldigd van sabotage tegen de Wehrmacht en het plaatsen van een bom in een mijnenveger.
Op 18 mei 1943, een jaar nadat zijn vader was vermoord werd Piet bij Fort Rhijnauwen in Bunnik gefusilleerd. Hij was 25 jaar.
De moed en de rust die zijn afscheidsbrief uitstraalde waren zijn moeder tot grote troost.
Nationaal Archief 25 juni 1973 |
Weduwe Alida Huurman-Prins bleef jarenlang tevergeefs zoeken naar het lichaam van haar man. De as van haar zoon was in Duitsland terecht gekomen, maar teruggevonden en ruim tien jaar later herbegraven op de Erebegraafplaats Loenen. De as van haar man is nooit teruggevonden
Eerbetoon
Bij de bouw van een naoorlogse wijk in Bussum Zuid is ervoor gekozen om negen straatnamen naar elf verzetsmensen te noemen. De T.B. Huurmanlaan is een daarvan.
Tine Knecht bij het Verzetsmonument in Maastricht |
In de Abtstraat in Maastricht, waar tot 1970 het Franciskaner klooster stond, is in 2006 ter nagedachtenis aan de 24 omgekomen verzetslieden een herdenkingsmonument geplaatst.
Bronnen
- M. Davidzon, ‘De familie Huurman tijdens de Tweede Wereldoorlog’
- In Bussum hebben straten namen… De Bussumse straatnamen verklaard. Uitgave van de Vereniging Historische Kring Bussum, 1995.
- Nationaal Archief
- Paul Schneiders, ‘Onvergetelijk Bussumers.’ Tadorna Media, 2012.
- Oorlogsbronnen Tijmen Huurman
- Oorlogsgravenstichting
- Geert Poorter, ‘Verzetspioniers’. Tarcisius/Deventer, 1995.
- Traces of war
- P. Weber, ‘Gedenkboek van het Oranje Hotel’. Aspect, 2016.
[1] Tine Knecht overleefde de oorlog. In Utrecht had ze in het proces aldaar de doodstraf gekregen. Een Duitse militair vond het zonde van zo’n jong meisje en zorgde ervoor dat bepaalde bewijsstukken uit het dossier verdwenen. Uiteindelijk kreeg ze een gevangenisstraf van een jaar, drie maanden en vier dagen.